Cindy Lammens, Katholiek Onderwijs Vlaanderen: “In de nieuwe generatie leerplannen is meer ruimte voor de leraar en zijn team”

 

Door Jolien | 23 april 2019

 

De langverwachte onderwijsvernieuwing is eindelijk een feit. Op 1 september 2019 doet een nieuwe visie haar intrede in onze scholen. Maar wat verandert er nu echt? En wat betekent dat voor de scholen, de ouders en de leerlingen? Wij gingen te rade bij directies, leerkrachten, ouders, uitgevers en begeleiders.

Vandaag laten we Cindy Lammens aan het woord. Cindy is expert leerplannen secundair onderwijs bij Katholiek Onderwijs Vlaanderen.

 

Dag Cindy, bedankt dat je het met ons wil hebben over de nieuwe leerplannen. Er komen natuurlijk heel wat veranderingen aan. Hoe zou je de onderwijsvernieuwing kort omschrijven?

Het is belangrijk dat alle jongeren een goede algemene vorming krijgen, waardoor ze in staat zijn om als kritische en geëngageerde burgers in het leven te staan.

Ook een goede studiekeuze is belangrijk. Het is uiteraard de bedoeling dat zo veel mogelijk leerlingen uitstromen met een diploma. De leerlingen moeten een positieve keuze kunnen maken. Ze mogen niet denken van ‘Wat kan ik niet meer?’ maar wel ‘Wat zijn mijn talenten?’ en ‘Wat zijn mijn capaciteiten?’ Zo kunnen ze sneller op de juiste plaats zitten.

 

“Leerlingen moeten in het leven staan als geëngageerde burgers”

 

Wat is dan het grootste verschil met de vorige leerplannen?

De nieuwe leerplannen van het secundair onderwijs laten heel veel ruimte voor de leerkrachten. Ze vertrekken echt vanuit het eigenaarschap en de professionaliteit van de leraren. Vandaag besteedt de leraar zijn volledige lestijd om zijn leerplan te realiseren. In de toekomst moet dat in zeventig à tachtig procent van de tijd kunnen, zodat dat zij samen met het schoolteam eigen ruimte hebben. Het leerplan wiskunde telt vandaag honderd pagina’s, een flink pak papier. Het nieuwe leerplan telt er maar dertig. Daardoor maken we een aantal fundamentele keuzes. Het ambitieniveau blijft zeker even hoog, maar we geven meer ruimte aan de leerkracht.

Het tweede verschil is dat we voor de nieuwe leerplannen vertrekken vanuit de visie van de katholieke dialoogschool. Daarnaast laten we voldoende ruimte voor de aansluiting bij het eigen pedagogisch project van de school zelf.

Daarnaast is er de samenhang tussen alle vakken en leerplannen. Bij de leerplannen van de talen verwijzen alle strategieën daarin ook naar elkaar. Daardoor worden taalleerkrachten veel sterker gestimuleerd om dat samen te bekijken en te bewerken. Een ander voorbeeld van die samenhang is dat we leraren ook de mogelijkheden bieden om multidisciplinair te werken. Bijvoorbeeld in vakken als artistieke vorming, wetenschappen en techniek.

Het vierde en laatste verschil is het gemeenschappelijk funderend leerplan. Dat is eigenlijk een leerplan voor het hele lerarenteam van de hele eerste graad. Dat richt zich vooral op persoonsvorming van leerlingen en gaat over sociale vorming, maatschappelijke vorming… het heeft vooral betrekking op hoe leerlingen zich ontwikkelen als persoon.

 

“Vandaag besteedt de leraar zijn volledige lestijd om zijn leerplan te realiseren. Met de nieuwe leerplannen moet dat in zeventig à tachtig procent van de tijd kunnen”

 

Er zijn heel wat veranderingen. Hoe bereiden jullie de leerkrachten voor op de nieuwe leerplannen?

We doen dat op drie manieren. Ten eerste hebben we een aantal implementatiesessies voor de leerplannen, waarbij vakbegeleiders aan de leraren toelichten wat nu de essentie is van het nieuwe leerplan. Alle vakleerplannen worden op die manier toegelicht. Aanvullend zijn er nog een aantal specifieke initiatieven om het nog sterker te ondersteunen, zoals een website met bronnenmateriaal of een lerend netwerk dat we opstarten.

Er is ook een grootschalig nascholingsinitiatief dat zich richt tot kernteams van scholen. Een kernteam bestaat altijd uit een lid van het directieteam, iemand van het middenkader, zoals een graadcoördinator, en een aantal leraren. Daarbij lichten we toe wat een gemeenschappelijk funderend leerplan precies is en hoe zij dit zelf kunnen gebruiken.

Er worden ook heel specifieke bijscholingen gegeven voor de interdisciplinaire leerplannen. Dat is helemaal nieuw. We nemen de scholen en leerkrachten, die daarmee willen werken, samen mee op pad. Dit en volgend schooljaar komen daar nog extra initiatieven bij.

 

Zullen de scholen/ leerkrachten eigen keuzes kunnen maken in de leerstof?

Uiteraard! Onze leerplannen en de doelen zijn niet chronologisch of hiërarchisch geordend. Dat betekent dat een leraar Mens en samenleving zelf kan kiezen hoe hij die doelen samenbrengt. Het gaat bijvoorbeeld over het maken van keuzes door leerlingen. Hij kan kiezen om het te verbinden met doelen rond economie, ethiek… een leraar bepaalt zelf welke doelen hij samen aan bod brengt. Tegelijkertijd laat dat de leraar ook toe om vanuit zijn eigen expertise en passie meer tijd te investeren in een stuk. Hij kan dus een stukje van zichzelf in een vak steken.

Een school bepaalt trouwens zelf hoeveel lesuren ze aan een vak toekent. Wij hebben een modellessentabel, op vraag van onze scholen, waarmee we zevenentwintig van de tweeëndertig lesuren invullen. In die tabel geven we aan hoeveel tijd er minimum nodig is om het leerplan te realiseren. Een school maakt verder zelf keuzes, door sommige vakken meer of minder uren toe te kennen, en de vijf overblijvende uren vrij in te vullen. Onze modelleerplannen geven scholen de tools in handen om vanuit het eigen pedagogisch onderwijsproject de leerling genereus ambitieus onderwijs aan te bieden.

We hebben een nieuwe leerplantool ontwikkeld, LLinkid, samen met een driehonderdtal leraren. Daarin staan alle keuzes die scholen maken, zoals ‘welke verdiepingsdoelen reiken wij aan’, ‘waar werken wij samen met andere leraren’, ‘op welke manier gaan wij om met die gemeenschappelijke leerplannen’. Daar kunnen alle leraren die keuzes in terugvinden. Daardoor kunnen ze hun leerplannen ook een stukje individualiseren. Wij geven de basis, en door die eigen keuzes maken ze het leerplan ‘schooleigen’.

 

In de lessen zitten heel wat veranderingen. Zal de evaluatie van de leerlingen dan ook anders verlopen?

Evaluatiebeleid is en blijft heel sterk schoolgebonden. Dat doet een school helemaal vanuit het eigen pedagogisch project. Wat we wel zullen doen, en ook dat is nieuw, is in alle leerplannen een duidelijk onderscheid maken tussen wat een basis is voor alle leerlingen en wat verdiepend is. Een onderscheid tussen wat mag en moet, zeg maar.

Het gemeenschappelijk funderend leerplan en het gemeenschappelijk leerplan ICT nodigen scholen uit om na te denken over hoe ze kunnen evalueren over alle vakken heen. Scholen worden dus wel uitgedaagd om die visie op evaluatie nog eens helder te zetten. Tegelijkertijd heeft de eerste graad een observerend oriënterend karakter. Dat betekent dat de studiekeuze van de leerling anders zal verlopen. Het is belangrijk dat scholen ruimte laten voor evaluatie en meer doen dan enkel punten geven. Leerlingen moeten zicht krijgen op zichzelf. Daar kan het evaluatiebeleid in ondersteunen.

 

“We leggen het ambitieniveau bewust hoog, maar ook de kwetsbare groep moet de kans krijgen om zich maximaal te ontwikkelen”

 

Wat zijn volgens jou de valkuilen van de onderwijsvernieuwing?

We willen meer leerlingen gekwalificeerd laten uitstromen, maar het blijft wel belangrijk dat de overheid voldoende rekening houdt met de diverse leerlingenprofielen. Het ambitieniveau ligt bewust hoog, maar voor een deel van de leerlingen blijft het moeilijker haalbaar. Ik denk bijvoorbeeld aan de leerlingen van de B-stroom, waar we vroeger ontwikkelingsdoelen hadden in plaats van eindtermen, en de toekomstige arbeidsmarktgerichte finaliteit. We moeten goed waken over wat we essentieel vinden dat die leerlingen weten en kunnen. Zo krijgt ook die af en toe kwetsbare groep de kans om zich maximaal te ontwikkelen.

Daarnaast is het belangrijk dat leerlingen voldoende inzicht, kennis en vaardigheden verwerven. Die volledige persoonsvorming van de leerling is een belangrijk element van ons onderwijs en het is belangrijk dat we dat blijven voor ogen houden. Het gaat om meer dan louter kwalificeren. Het gaat om hoe de leerling zich als persoon kan ontwikkelen.

 

Bedankt voor dit gesprek, Cindy. We wensen jullie veel succes met alle ontwikkelingen rond de nieuwe leerplannen.

 

 

Deze blogpost werd geschreven door:
Jolien

Jolien

Marketing & communicatie